Toen er dan eindelijk verkiezingen werden georganiseerd in juli 1797 waren er allerlei ongeregeldheden. Dit leidde ertoe dat op het stadhuis een militaire wacht werd geplaatst, waar veel stemgerechtigden door afgeschrikt zouden zijn hun stem uit te brengen. De verschillende gekozen leden twijfelden daarom aan de democratische geldigheid van hun verkiezing en bedankten voor de eer om zitting te nemen. De representanten in Den Bosch droegen vervolgens de oude municipaliteit, die uit steeds minder personen bestond, op om in hun functie 'te blijven persisteeren'. [1].
Hoewel deze gekozen besturen niet werden aangesteld, is het voor dit onderzoek toch interessant om te kijken naar wie de personen waren, die gekozen werden in deze periode. Bij deze eerste vergeefse verkiezingen werden veel mannen uit eerdere besturen gekozen, maar ook enkele nieuwe: Willebrordus Petrus van den Bosch, Johannes Elzen, Johannes IngenHousz, Johannes Stoops en Jacobus van Woensel. De eerste twee zouden nog terugkomen in de gereorganiseerde municipaliteit van maart 1798. Johannes IngenHousz kreeg zijn kans pas in het door de koning benoemde gemeentebestuur van februari 1808. Johannes Stoops en Jacobus van Woensel zouden echter nooit in een bestuur plaatsnemen.
[1] Stadsarchief Breda, Archief stadsbestuur Breda 1280-1810 ARC0001, inventarisnummer 94: Notulen stedelijke besturen 1796-1797 (10 juli 1797).