Naam
Geboren
Overleden
Godsdienst
Sociale laag
Opleiding/beroep
Stadsbestuur
Lid van
Overige functies
Provinciale en landelijke functies
Adres
Poorter geworden
Matheus Cornelis Versluijs
Amboina (N.I.) ca 1723
Princenhage 15 aug 1811
NH
notabelen
Mr in de rechten
33 jaar (bestuur 1)
Grote Sociëteit; Vrijmetselarij
regent burgerweeshuis
geen
D355 Cingelstraat (Huis Brecht) en kasteel de Emer (vanaf 1770)
9 okt 1754 van Tamboina
Mattheus Cornelis Versluijs en zijn vrouw Magdalena Cornelia Versluijs (Zeeuws Museum)
Stephanus Versluijs (Middelburg 10 aug 1694 – Batavia 27 feb 1736), zoon van de burgemeester van Middelburg Mr Cornelis Versluijs en Adriana de Muincq trouwt in 1721 met Adriana de Haan ( - Batavia 1727), dochter van Mattheus de Haan, van 1725 tot aan zijn dood in 1729 gouverneur-generaal van Indië.
Mattheus Cornelis (ca 1723 - ) zie hieronder
Cornelia Anthonia ( ca 1724-jan 1731)
Bron: wikipedia
Mr Mattheus Cornelis Versluijs (Amboina (Molukken) 1723 - Princenhage 15 aug 1811), zoon van Stephanus Versluijs en Adriana de Haan (gouverneur van de Molukken). In 1742 wordt hij ingeschreven als poorter in Vlissingen. Hij trouwt te Middelburg op 6 oktober 1746 met Magdalena Cornelia Versluijs (ca 1723 - bPrincenhage 27 aug 1790), dochter van zijn oom Mr Cornelis Versluijs en Rosina Magdalena Elisabeth van Schinne. Zij wonen op de Emer. Zij wordt begraven in Middelburg. Hij overlijdt op de Emer en wordt daar in zijn eigen grafkelder begraven.
Van 1752 tot ca 1778 woont het echtpaar Versluijs in het voormalige St Catharinadal. Zij bewoonden daar de hele westelijke vleugel. Rond 1778 huurt hij het huis 'de Zwarte Arend' aan de Eindstraat. In 1791 koopt hij het huis Brecht, het oudste stenen woonhuis van Breda. Hij woonde daar naast griffier Carel Laurens Reigersman, vader van Andreas Reigersman. Hij overleed echter op de Emer en werd daar ook begraven. Hij liet het kasteeltje na aan zijn achterneef en petekind Matthieu Corneille Etienne Versluijs.
Kasteel de Emer bij Breda, tweede helft 19de eeuw (RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag)